Er moet opnieuw schadevergoeding en erkenning komen voor binnenlandse adoptiekinderen die als baby zijn afgestaan in Nederland, in de periode van 1956 tot 1984. Ook wil deze groep volledig toegang tot hun persoonlijke dossiers.

Slachtoffers van misbruik in de jeugdzorg konden tot 1 januari van dit jaar een schadevergoeding aanvragen. De slachtoffers die als baby in Nederland zijn afgestaan tussen 1956 en 1984 vielen ook onder deze regeling. Deze periode is zo precies, omdat in 1956 de Adoptieweg tot stand kwam en in 1984 abortus werd gelegaliseerd. Het aantal kinderen dat daarna afgestaan werd, nam flink af.

Deze mensen zijn als baby in de eerste maanden van hun leven vaak verwaarloosd in de tehuizen en kloosters waar ze waren ondergebracht, in afwachting van opname in een adoptiegezin. Ze kregen weinig tot geen aandacht omdat het volgens belangenorganisatie Verleden In Zicht (VIZ), die zich inzet voor mensen die in Nederland zijn afgestaan door hun biologische moeder, beleid was dat verzorgers zich niet aan de baby’s mochten hechten. Baby’s waren hierdoor bijvoorbeeld ondervoed en het kwam voor dat ze met medicijnen werden stilgehouden. Veel van deze kinderen liepen door deze verwaarlozing in hun eerste maanden een ontwikkelingsachterstand op en hechtingsproblematiek. Verwaarlozing valt onder kindermishandeling.

Onbekend

De aanvraag voor de schadevergoeding voor slachtoffers in de jeugdzorg is verlopen, maar de belangenorganisatie hoopt dat er een nieuwe regeling komt voor de groep die vroeger als baby is afgestaan. Dat deze groep ook aanspraak kon maken op de schadevergoeding (5.000 euro), was namelijk lang niet bij alle slachtoffers bekend, zegt een woordvoerder van VIZ. “Slechts een handjevol heeft een schadevergoeding gekregen. Ook zijn er verzoeken afgewezen, omdat sommige medewerkers van het fonds niet wisten dat deze groep bij de slachtoffers hoorde. Terwijl er officieel zo’n 15.500 mensen in de periode 1956 tot 1984 zijn afgestaan. Mogelijk ligt dat aantal veel hoger, omdat veel ook onofficieel ging. Dan regelde de familie het bijvoorbeeld zelf, door het kind bij iemand anders onder te brengen.”

De organisatie spreekt liever niet van adoptiekinderen, maar gebruikt het woord ‘afgestanen’. “Adoptie klinkt vaak positief en je kunt van alles adopteren; vergeten woorden, hondjes, bomen. Wij spreken liever van afgestaan, omdat veel biologische moeders dit toen onder druk van bijvoorbeeld hun familie hebben gedaan. Er was niks vrolijks aan je kind afstaan. De vrouwen werden vaak ondergebracht in speciale tehuizen, ze moesten bevallen met een doek over hun hoofd, mochten hun kindje niet zien. Dit heeft de levens van het gros van deze vrouwen getekend. Na de bevalling keerden ze getraumatiseerd terug naar huis.”

Volgens VIZ gaat het de slachtoffers niet om geld maar vooral om de erkenning. “Deze mensen hebben er vaak, tientallen jaren later, nog steeds last van dat ze zijn afgestaan. Dat dit in Nederland op die manier kon gebeuren, is eigenlijk te gek voor woorden. Het zou voor veel mensen helpen als de staat zegt: dit is niet goed gegaan, dat spijt ons.”

Vorige week nam de Tweede Kamer een motie aan waarin staat dat deze groep volledige en onbeperkte toegang tot de eigen dossiers moet krijgen. VIZ hoop dat de belanghebbenden zo snel mogelijk toegang krijgen en dat er geen informatie wordt achtergehouden. “het zijn persoonlijke documenten, daar zouden de desbetreffende personen zo snel mogelijk inzage in moeten krijgen. Ook omdat de dossiers informatie over bloedverwanten bevatten. Veel afgestanen kennen, soms ruim vijftig jaar later, de naam van hun biologische familie niet en weten dus niet of ze broers of zussen hebben.”

Merlin Mulder
Verslaggever Noordhollands Dagblad, Haarlems Dagblad en andere regionale titels
.