Ervaring van een afstandsmoeder

Afstandsmoeder? Ik heb nog steeds moeite met die term. Birth mother klinkt al iets beter in het Engels, maar toch.

Een moeder is dolblij met haar baby, waar ze 9 maanden lang naar heeft uitgezien, samen met haar partner. Meestal toch. Het wiegje staat klaar, iedereen viert mee feest en ze zal goed voor haar kind zorgen en samen bouwen ze een hechte band op. Wie een kind zomaar weggeeft, moet wel een monster zijn. Dat waren vaak de reacties als ik toch hier en daar eens liet vallen wat er gebeurde in 1969; hoe kùn je? Wat ben jij voor een moeder.

Een moeder doet geen afstand, je bent en blijft dat, al groeit je kindje bij iemand anders op. En een bevalling vergeet je niet, al zwijg je je hele leven erover. Je kind zomaar weggeven was het ook niet: er werd vooral door anderen bepaald wat jij, als enige minderjarige in dit gebeuren, had te doen. En dat ‘was het beste voor iedereen’. De kinderen werd niks gevraagd; voor hen werd beslist. Maar de ‘moeders’ eigenlijk ook niet. En je voelde je tot de bevalling ook geen moeder: je was een tiener die over de schreef was gegaan, die de familie te schande maakte, die weggewerkt moest worden en je kind ook maar meteen. De nieuwe adoptiewet was een uitkomst voor veel kinderloze gezinnen en toevallig ook meteen voor ongewenste zwangerschappen.

Ongewenst zwanger worden is ook nu nog een taboe dat moeilijk te doorbreken is. In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw was het echter een enorme ramp voor wie dat niet in eigen kring kon oppakken: trouwen, een kind ‘onderschuiven’ in het eigen of andermans gezin. Wat dan? Gesteund door opvattingen van toen werd dit ‘probleem’ structureel aangepakt en met de beste bedoelingen, dat wel. Kinderen zouden alleen goed opgroeien in volledige gezinnen, de hoeksteen van de toenmalige samenleving. Zo dacht men erover en de wet-en regelgeving van toen had daarom een breed draagvlak. Over liefde, verbondenheid en hechting toen geen woord. Juist niet hechten werd sterk aanbevolen. Alsof dat zomaar gaat.

Het overkwam mij onverwacht ook. Dan ben je 16, zomaar ineens zwanger en meteen lig je er overal uit. Trouwen ging niet; er was geen ‘wederzijdse instemming’ geweest. Je was een probleem, je baby in wording was een probleem.
Onder druk van ouders, omgeving, de samenleving, de Raad voor de Kinderbescherming, bureau Moederhulp en kortom alle volwassenen die beter wisten hoe je dit ‘probleem’ moest oplossen heb ik mijn kind meteen na de geboorte afgestaan. Ik was niet geschikt als opvoeder en als puber van net 17 twijfelde ik daar ook wel aan, vooral omdat er geen opties waren: geen werk, geen woonruimte, overal buitengesloten worden. Dat kon ik mijn kind niet aandoen en zodoende leek het laten adopteren nog de beste manier om mijn kind een goed bestaan te geven.

Dat die info niet helemaal correct was, merkte ik veel later pas. Ook dat de band die je wel degelijk al voor de geboorte krijgt met je kind later pas werkelijk tot je doordringt, als het al te laat is.

In die tijd (rond 1969) werd geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van de haast automatische en breed toegepaste procedures: minderjarig en zwanger? Bureaus daarvoor oprichten en subsidiëren, kind laten afstaan, eventueel zwangere tiener/jonge vrouw bewerken evenals familie, kind laten adopteren en dossier sluiten. De moeders kregen geen mogelijkheden meer om hun kind terug te vinden. Eventuele vaders bleven helemaal uit beeld. Probleem opgelost.

Er zullen heus kinderen bij eigen familie zijn ondergebracht, dus er waren mogelijk nog meer baby’s die niet bij hun eigen ouder(s) opgroeiden. Maar toch werden meer dan 20.000 ‘gevallen’ zo van een schandelijk geheim omgezet in de kinderwens van wel complete ouderparen, liefst goed katholiek (in mijn regio). En bijna al die jonge meisjes, zelf vaak nog kinderen vaak, stonden hun kind af om de beste reden: opdat ze het in ieder geval beter zouden krijgen in het leven dan als je zelf je kind hield. Als dat al kon, want ook nu nog bepalen instanties ook nogal eens of jij je kind zelf mag opvoeden. Toen dus nog veel indringender.

Maar 50 jaar geleden was het in ieder geval een taboe en je hele familie zou de last van de schande voelen, zo werd betoogd. Zwijgen dus, je leven lang. Voor de geadopteerden moet dat ook schrijnend zijn geweest en nog voelbaar. Wie wil er nu als geheim starten in je leven? Wie wil denken dat je eigen moeder je ‘vast niet wilde’? Hoeveel schade is er aangericht doordat kinderen maandenlang in tehuizen werden gehouden en dus de eerste tijd van hechting in dat zo bejubelde gezin misten?

Daarom vertellen meer van ons wat er toen gebeurde, dat dat doorwerkt in ieders leven. Ook in latere generaties. En dat mag eindelijk wel eens gezegd.

Laten we beginnen door via onze stichting tenminste het taboe aan te pakken en zichtbaar te laten worden.

Overigens ben ik benieuwd of onze site ook ooit afstandsvaders in zicht krijgt. Of nee, die mogen gewoon ‘verwekkers’ heten. Want een echte vader geeft ook geen kind zomaar weg. Een moeder dus ook niet.